Ongeval als fietser of voetganger

Uitleg regels voor kwetsbare verkeersdeelnemers

Voetgangers en fietsers zijn kwetsbaar in het verkeer. Daarom staan er in artikel 185 van de Wegenverkeerswet regels om u te beschermen. Krijgt u als kwetsbare deelnemer een ongeval waarbij een motorrijtuig betrokken is? Zoals bijvoorbeeld een auto, motor, scooter, speed pedelec of camper? Dan zijn er aanvullende regels voor aansprakelijkheid. We vragen dan om extra informatie. 
  • De wet beschermt kwetsbare deelnemers als voetgangers en fietsers.
  • U krijgt meestal tenminste 50% van de schade vergoed.
  • Voor jongeren onder de 14 jaar gelden aanvullende regels.
Fietser op straat

Wanneer geldt artikel 185 Wegenverkeerswet?

Had u als fietser of voetganger een verkeersongeluk met een motorrijtuig? Dan gelden aanvullende regels voor de aansprakelijkheid. Deze staan in artikel 185 van de Wegenverkeerswet.
Een scooter, auto en brommer zijn bijvoorbeeld motorrijtuigen. Een trein, tram of metro niet. Soms is het niet zo duidelijk of het een motorrrijtuig is of niet. Bijvoorbeeld bij een e-step. Uw persoonlijk behandelaar geeft u hier meer uitleg over. 

E-bike geldt voor artikel 185 niet als motorrijtuig

Een e-bike of elektrische fiets (volgens de wet: een fiets met trapondersteuning tot 25 km per uur) geldt voor artikel 185 niet als motorrijtuig. Is uw fiets niet volledig elektrisch maar puur voor trapondersteuning? Dan geldt voor u ook de extra bescherming als verkeersdeelnemer in een ongeval met een motorrijtuig.

U krijgt meestal tenminste 50% van uw schade vergoed

U heeft vanuit de wet als kwetsbare deelnemer recht op tenminste 50% vergoeding van uw schade. Ook als u een fout maakte. Tenzij de bestuurder van het motorrijtuig er helemaal niets aan kon doen. Dat is bijna nooit het geval. Een bestuurder moet rekening houden met fouten van kwetsbare deelnemers. 

Jonger dan 14 jaar? Dan is de schadevergoeding meestal 100%

Kinderen jonger dan 14 jaar zijn extra kwetsbaar. Ze begrijpen het verkeer nog niet zoals een volwassene dat doet. Ze rennen onverwachts de straat op om nog even die bal te pakken. Of ze geven geen voorrang aan een auto, ook al komt die van rechts of rijdt die op een voorrangsweg. 
Is uw zoon of dochter jonger dan 14 jaar gewond na een ongeval met een motorrijtuig? Dan heeft hij of zij recht op een volledige vergoeding van de schade. Zowel een vergoeding voor de schade aan spullen (fiets of kleding die stuk zijn) als voor de schade aan zijn of haar gezondheid.

Bij kinderen is er zelden sprake van opzet

In uitzonderlijke gevallen krijgt een jonge deelnemer geen 100% vergoeding. Dan moet er wel sprake zijn van opzet, dat is bij kinderen (bijna) nooit het geval. Ze zijn te jong om de gevolgen van hun gedrag te overzien. 

Bestuurder motorrijtuig moet schuld voetganger of fietser bewijzen 

De bestuurder moet de aansprakelijkheid kunnen bewijzen: 
  • De bestuurder moet bewijzen dat u als fietser of voetganger een fout maakte;
  • Voor 100% vergoeding van zijn voertuig-schade moet de bestuurder aantonen dat hij overmacht had;
  • Heeft de bestuurder zelf óók een fout gemaakt? Dan moet hij (deel van) schade zelf betalen.

Overmacht aantonen als bestuurder gebeurt niet snel

Een bestuurder moet altijd rekening houden met fouten van voetgangers of fietsers. Zijn er verkeersfouten gemaakt door beide partijen? Dan is het belangrijk wie welke verkeersfout maakte. Reed de automobilist bijvoorbeeld te snel toen de fietser door rood reed? Of gaf de fietser geen voorrang, omdat de motorrijder vergat zijn knipperlicht aan te doen? We kijken altijd naar de omstandigheden per geval.